[Vergelijk]
VERGELIJK, z.n., o., des vergelijks, of van het vergelijk; meerv. vergelijken. Van het onscheidb. voorz. ver en gelijken, in den bedrijvenden zin van gelijk, effen, maken, met afkapping van den staart, zie ver. Een verdrag, eene overeenkomst, ter wegneming of voorkoming van geschil: er werd eindelijk een goed vergelijk getroffen. Bij Halma ook vergelding.