Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 113]
| |
brek; zonder meerv. Van ver en breken. Verbreking: dit verbrek van hun beroep aan den Koning. Hooft. |
|
[pagina 113]
| |
brek; zonder meerv. Van ver en breken. Verbreking: dit verbrek van hun beroep aan den Koning. Hooft. |
|