[Verborgen]
VERBORGEN, bedr. w., gelijkvl. Ik verborgde, heb verborgd. Van het onscheidb. voorz. ver en borgen, van borg. Bij Kil. en elders, waarborgen, vooriemand instaan, of door verleening van onderpand verzekeren: of als goê man verborgt. Moon. Voorts is verborgen bij denzelfden Kil. evenveel als verbergen.