Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
zonderlijk in de figuurlijke beteekenissen, waarin men verblinden bezigt: wie zag ooit verblinder natie? Van hier verblindheid, de staat van eenen verblinden: verblindheid der oogen, verblindheid des harten. |
|