[Verbagen]
VERBAGEN, Kil. verbaeghen, en volgens hem in het vlaamsch verbazen; maar in den Teuthonista is verbager een snorker, en verbagijng snorkerij; dus moet verbagen, snorken, pogchen beduid hebben, van baigen, dat in den Teuthonista pogchen aanduidt, en verwant is aan baech, verhoovaardiging, in de Mat. der. Sond., aan het latere boog, roem, van waar bogen, aan bogchel, bag, bagge, big, bigge, buik, bak, rug, en meer andere woorden, van welker beteekenissen de oorsprong in eene opspanning, zwelling, en daaruit ontstaande rondheid, te zoeken is.