[Veeleer]
VEELEER, bijw., van veel en eer, eerder, welks kracht hier door veel versterkt wordt. Genoegzaam evenveel, als veelmeer. Voor en boven iets anders, dat vooraf gemeld wordt: houd mijn boek voor u, en geef mij veeleer het uwe! Voorts gebruikt men veeleer ook als een voegw. Ik sammelde niet; o neen! veeleer heb ik mij overhaast. Anders is het, in: hij kwam veel eer, dan ik; dat evenmin aaneen geschreven moet worden, als: hij ontving veel meer, dan ik.