Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 2]
| |
van den bruiker van een stuk lands, om, wanneer hij daar af gaat, van den eigenaar geld te vorderen voor de vaag, die er alsdan nog in is: het Geldersche vaagregt. |
|