Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland–
[pagina 295]
| |
ook oprusten: galeijen oprusten. Z. Heijns. Oneigenlijk: de mensch is met de uitnemendste vermogens uitgerust, begaafd. Van hier uitrusting. |
|
[pagina 295]
| |
ook oprusten: galeijen oprusten. Z. Heijns. Oneigenlijk: de mensch is met de uitnemendste vermogens uitgerust, begaafd. Van hier uitrusting. |
|