Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 277]
| |
gekookt te worden. Onz., met zijn, al kokende van kracht beroofd worden: het zal te veel uitkoken. Van hier uitkoking. |
|
[pagina 277]
| |
gekookt te worden. Onz., met zijn, al kokende van kracht beroofd worden: het zal te veel uitkoken. Van hier uitkoking. |
|