[Tul]
TUL, hetzelfde als pul; inzonderheid in de beteekenis van eene kan met eene lange pijp, waaruit men kinderen laat drinken. Van hier tullen, voor drinken, en tullebroer, een dronkaard. Westerb. heeft tullewijf. Ook zegt men: hij is een regte tul, een zuiper.