[Trompetbloem]
TROMPETBLOEM, z.n., vr., der, of van de trompetbloem; meerv. trompetbloemen. Van trompet en bloem. Dus noemt men een plantgewas, dat anders den naam van gele Sarracenia voert: de trompetbloem heet dus naar hare lange overeinde staande buisachtige bladeren.