Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 195] [p. 195] [Trommelvlies] TROMMELVLIES, z.n., o., van het trommelvlies; meerv. trommelvliezen. Van trommel en vlies. Het vlies, dat even als een trommelvel over de trommel van het oor gespannen is: mijne trommelvliezen dreigen te scheuren. Vorige Volgende