[Tranenbrood]
TRANENBROOD, z.n., o., des tranenbroods, of van het tranenbrood; zonder meerv. Van traan en brood. Brood, dat met tranen besproeid wordt, dat men in droevige omstandigheden eet: het tranenbrood der hulpelooze ellende. Gij spijstse met tranenbroot. Bijbelv.