Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Tooverwerk] TOOVERWERK, z.n., o., des tooverwerks, of van het tooverwerk; zonder meerv. Van tooveren en werk. Een werk, dat door tooveren volbragt wordt: het schijnt wel tooverwerk. Vorige Volgende