Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Toezenden] TOEZENDEN, bedr. w., ongelijkvl. Ik zond toe, heb toegezonden. Van toe en zenden. Door verzending toeschikken: gisteren zond ik u eene boodschap toe. Van hier toezender, toezending, enz. Vorige Volgende