[Toestampen]
TOESTAMPEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Ik stampte toe, heb toegestampt. Van toe en stampen. Bedr., al stampende digt maken: het gat wordt toegestampt Onz., sterk doorstampen: stamp toch wat toe! Aanvangen, of voortgaan met stampen: stamp maar toe!