[Toekeffen]
TOEKEFFEN, onz. w., gelijkvl. Ik kefte toe, heb toegekeft. Van toe en keffen. Gekef tegen iemand aanheffen: het dier keft mij gestadig toe. Aanhouden met keffen: keft gij nog al toe? Overdragtelijk, aanhouden met op eenen keffenden toon te kijven: kef maar toe.