Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 73]
| |
baarheid. Zamenstell.: ontembaar, ontembaarheid. Van temmen. |
|
[pagina 73]
| |
baarheid. Zamenstell.: ontembaar, ontembaarheid. Van temmen. |
|