[Tafelmuzijk]
TAFELMUZIJK, z.n., vr., der, of van de tafelmuzijk; zonder meerv. Verkleinw. tafelmuzijkje. Van tafel en muzijk. Zang en spel achter eene voorname tafel, tot vervrolijking der gasten: het tafelmuzijk was verrukkend. Men onthaalde ons op een allerliefst tafelmuzijkje.