[Tafelblad]
TAFELBLAD, z.n., o., des tafelblads, of van het tafelblad; meerv. tafelbladen. Van tafel en blad. De platte oppervlakte van eene tafel, of een afzonderlijk houten blad, 't welk men daar aanvoegt, om de tafel te vergrooten; en, overdragtelijk, een plantgewas, door Linnaeus Heliconia genoemd.