[Struikwinde]
STRUIKWINDE, z.n., vr., der, of van de struikwinde; meerv. struikwinden. Van struik en winde. Zeker plantgewas, waarvan men dertien verschillende soorten telt: Europesche struikwinde, Ceilonsche struikwinde, hoogklimmende, rondbladige, veelribbige, kruidige, struikwinde.