[Straatslijper]
STRAATSLIJPER, z.n., m., des straatslijpers, of van den straatslijper; meerv. straatslijpers. Van straat en slijper, en dit wederom van slijpen. Een lediglooper, die steeds langs de straten slentert, bij Kil. straetslingher: zie dien straatslijper daar eens aan komen drentelen.