plotselings het onderste boven keeren. Onzijdig, is storten, plotselings en geweldig van boven neer, of omver, vallen: hij stortte van zijn paard. Laat hen in 't vuur, in kuilen, storten. L.D.S.P. Hare bezwijming deed haar ter aarde storten. Stortende sieckte, is bij Kil. vallende sieckte. In het verderf storten, is, ongelukkig worden. Hooft bezigt het van den staat: en oordeelen dat een staat.... haast storten moest. In het water storten, is, plotselings van boven neer daarin vallen. Van hier storting. Zamenstell.: stortgat, bij Kil. anders storte, strote, strot, stortregen, stortschotel, bij Kil., stortvat, bij denzelfden Kil. stortwijn, lekwijn, enz. Asstorten, bestorten, bloedstorting, instorten, neerstorten, wegstorten, enz.
Storten, zweed. störta, Notk. sturtan, hoogd. sturzen, is klanknabootsend.