[Stoppelhaar]
STOPPELHAAR, z.n., o., van het stoppelhaar; meerv. stoppelharen. Van stoppel en haar. Bij Kil. stoppelhairken. De eerste uitspruitsels van den baard. In het hedendaagsch gebruik, kort en steil overeinde staand haar; gelijk als stoppelbaard eenen korten stijven baard aanduidt.