[Stikwortel]
STIKWORTEL, z.n., m., des stikwortels, of van den stikwortel; meerv. stikwortels. In het hoogd. stickwurz, of stickwurzel. Van stikken en wortel. Een wortel, waarvan men zich bij aanvallen van kolijk, of opstijgingen van de lijfmoeder, plagt te bedienen, om verstikking voor te komen: ik weet geen stikwortel voor haar te krijgen.