[Steenhommel]
STEENHOMMEL, z.n., m., des steenhommels, of van den steenhommel; meerv. steenhommels. Van steen en hommel. Een bijzonder slag van hommels, dat zich in steenhoopen ophoudt: de steenhommels verzamelen veel honig, dien zij uit bloemen zuigen, of aan de nijvere honigbijen ontstelen.