[Steenbreek]
STEENBREEK, z.n., vr., der, of van de steenbreek; zonder meerv. Van steen en breek, van breken. Een plantgewas, welks verschillende soorten bijkans alle op steenrotsen groeijen, en derwijze door derzelver reten dringen, dat zij de rotsen kunnen schijnen te breken: witte, roode, gele, steenbreek, kleine steenbreek, watersteenbreek, enz.