[Steekpenning]
STEEKPENNING, z.n., m., des steekpennings, of van den steekpenning; meerv. steekpenningen. Verkleinw. steekpenningje. Van steken en penning, in de algemeene beteekenis van een gemunt stuk goud, zilver, of koper. Zie penning. Een stuk gelds, 't welk men iemand min of meer bedektelijk in de handen steekt, hetzij als een geschenk, het zij ter belooning van gedane diensten, of om zich voor het vervolg van iemands dienstvaardigheid te verzekeren, en hem te besteken: gij hebt hem slechts eenen steekpenning in de hand te duwen. Zij moet een steekpenningje hebben. In bijzondere gevallen bezigt men de namen van drinkpenning, drinkgeld.