[Stamet]
STAMET, stammet, z.n., o., van het stamet; meerv. stametten. Fijn gesponnene en getweernde wol, fijn saaijet, in het fr. estame, ital. stame: wat breidt gij daar kostelijk stamet? Al wat van zulke wol gemaakt is: daar liggen al de stametten, de verschillende soorten van stamet, waaromtrent dit meervoud alleen gebruikt worden kan. Van hier stametten, al wat van stamet vervaardigd is: ik ga, in plaats van zijden kousen, stametten, of bratten, dragen.