[Staatsdienaar]
STAATSDIENAAR, z.n., m., des staatsdienaars, of van den staatsdienaar; meerv. staatsdienaren. Van staat en dienaar. Eigenlijk, een dienaar van den staat, een staatsambtenaar over het algemeen; maar in het gebruik zulk een ambtenaar, als thans ook hier te lande den naam van Minister voert: hij is tot staatsdienaar aangesteld. Ik wil mij regtstreeks bij den staatsdienaar vervoegen. Van hier staatsdienaarschap.