[Spreekkamer]
SPREEKKAMER, z.n., vr., der, of van de spreekkamer; meerv. spreekkamers. Verkleinw. spreekkamertje. Van spreken en kamer. Anders spreekvertrek. Eene kamer, waarin men andere menschen laat om met hen te spreken: eindelijk kwam hij bij mij in de spreekkamer.