Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Spree] SPREE, z.n., vr., der, of van de spree; zonder meerv. De eigennaam van eene rivier, waaraan Berlijn gelegen is: Weichsel, Oder, Spree, en Elve, en andre stroomen. Aen d'oevers van de Spree. Vond. Vorige Volgende