[Spinazie]
SPINAZIE, z.n., vr., der, of van de spinazie; zonder meerv. Eene plant, welker bladeren men tot moes kookt: de spinazie komt slecht op. Gestoofde spinazie. Zamenstell.: spinaziezaad, enz.
Spinazie, neders. spinasie, hoogd. spinat, spinetsch, eng. spinage, fr. espinart, epinars, sp. espinacas, ital. spinace, is zijne beteekenis verschuldigd aan zijne puntige bladeren, en komt van het ital. en lat. spina, een doorn.