[Spiegelvisch]
SPIEGELVISCH, z.n., m., van den spiegelvisch; meerv. spiegelvisschen. Verkleinw. spiegelvischje. Van spiegel en visch. Dezen naam geeft men aan een geslacht van visschen, waartoe de zonnevisch, het maanvischje, en het zilvervischje, behooren: men bestempelt de vierde soort van spiegelvisschen met den naam van zeezwijn.