Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Speenmaal] SPEENMAAL, z.n., o., des speenmaals, of van het speenmaal; meerv. speenmalen. Van spenen en maal. Een maaltijd, dien men oulings gaf, als er een kind gespeend werd: toen Izaak gespeend werd, gaf Abraham een speenmaal. Vorige Volgende