[Speelman]
SPEELMAN, z.n., m., des speelmans, of van den speelman; in plaats van het meerv. gebruikt men speellieden. Van spelen en man. Iemand, die op muzijkinstrumenten speelt: als de speelman op de snaren speelde. Bijbelv. In het hoogd. is spielmann, en in den Zwabenspieg. zijn spilman, en het meerv. spillute, ook tooneelspelers.