[Sompvogel]
SOMPVOGEL, z.n., m., des sompvogels, of van den sompvogel; meerv. sompvogelen, en sompvogels. Van somp en vogel. Anders poelvogel. Eene klasse van vogelen, die zich omstreeks poelen en moerassen ophoudt, zoo als de ooijevaren, reigers, kievieten, enz.: behoort de roerdomp ook niet onder de sompvogels?