[Smalt]
SMALT, z.n., vr., der, of van de smalt; zonder meerv. Eene blaauwe verf, die door smelting uit kobalt wordt bereid: smalt is gesmoltene kobalt.
Smalt, hoogd. schmelzglas, schmelz, en schmalte, fr. email, eng. smalt, ital. smalto, middeleeuw. lat. smaltum, komt van smelten.