kelijk, maar enkel in dien van een onderofficier bij het voetvolk: de hopman zond zijnen serjant. Eigenlijk is het een dienaar over het algemeen. In dezen zin komt het voor bij M. Stok. in: nochtan predicte hi metter spoet twoert ons heren, als Gods seriant. Ook beteekende het oul. een' krijgsheld. Van hier serjantschap, serjantske, in Vriesl. de vrouw van eenen serjant. Zamenstell.: serjantsplaats, enz.
Serjant, of scherjant. Kil. sergeant, schergeant, fr., eng. sergeant, ital. sergente, sp. sergent, hoogd. serchant. Het is van het fr. sergeant, 't welk van het lat. serviens afgeleid wordt.