[Sekreet]
SEKREET, z.n., o., des sekreets, of van het sekreet; meerv. sekreten. Verkleinw. sekreetje. Een heimelijk gemak: het gebruik van sekreten is te Madrid en vooral te Warschauw, zeer laat ingevoerd. Zamenstell.: sekreetruimer, die de sekreten ruimt, ledigt - sekreetvlieg, enz. Dit woord is van het lat. secretum afkomstig.