[Schuldoffer]
SCHULDOFFER, z.n., o, des schuldoffers, of van het schuldoffer; meerv. schuldoffers. Van schuld en offer. Eene boete, welke volgens de Mozaische wet voor eenige bepaalde vergrijpingen tegen hare voorschriften moest worden opgebragt, en grootendeels in het offer van een levend dier bestond: hij sal eenen volkomenen ram uijt de kudde tot den Priester brengen met uwe schattinge ten schultoffer. 't Is een schultoffer. Hij heeft sich voorseker schuldigh gemaeckt aen den Heere. Bijbelv.