[Schrijfstijl]
SCHRIJFSTIJL, z.n., m., des schrijfstijls, of van den schrijfstijl; zonder meerv. Van schrijven en stijl. In tegenoverstelling van den gemeenen volksstijl, de stijl waarin men gemeenlijk schrijft, gelijk als schrijftaal, in tegenoverstelling van de gemeene volkstaal, de taal is, waarvan men zich in het schrijven bedient: die woordvoeging is in den schrijfstijl niet gebruikelijk. Voorts ook de stijl van eenig bijzonder mensch in deszelfs schriften: zijn schrijfstijl is voortreffelijk. Daarentegen zijn iemands schrijftrant en schrijfwijze over het algemeen de trant en wijze, waarop hij schrijft, zonder bijzondere bepaling bij zijnen stijl.