Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Schrijfloon] SCHRIJFLOON, z.n., o., des schrijfloons, of van het schrijfloon; meerv. schrijfloonen. Van schrijven en loon. De belooning van iemand, die zijn werk van afschrijven maakt: hoe kunt gij van dat geringe schrijfloon leven? Vorige Volgende