Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Schriftmatig] SCHRIFTMATIG, bijv. n. en bijw., schriftmatiger, schriftmatigst. Van schrift en matig. Naar de schrift afgemeten: is dat begrip wel schriftmatig genoeg? Van hier schriftmatigheid. Zamenstell.: onschriftmatig, onschriftmatigheid. Vorige Volgende