Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 233]
| |
door eene reeks van allerlei verwarringen henen, zoekt te bereiken: er is mij geen schooner roman bekend, dan het Bedelaars meisje. Een staatkundige, historische, wijsgeerige en zedelijke roman. Van hier het bastaardw. romanesk, dat naar eenen roman zweemt, en romanzucht, eene groote zwakheid van onzen leeftijd. Roman is, volgens sommigen, een bastaardwoord, uit het fr. roman ontleend; en dit beteekent eigenlijk een verhaal in de romanische taal beschreven, dat is in de landtaal van Frankrijk, Spanje, en Italie, die zich in de middeleeuwen uit een mengelmoes van latijn, gothisch, frankisch, en meer andere talen, vormde. Volgens Wacht. is roman een in rijm geschreven werk, van het teuton. riman, reiman, metrice scribere, gelijk de meeste oude fabelgeschiedenissen, of romans, zoo wel bij de Engelschen, Franschen, Hoogduitschers, als bij ons, in rijm zijn zamengesteld; terwijl men, schoon naderhand deze werken in onrijm geschreven werden, dezelve met den naam van roman heeft blijven bestempelen. |
|