[Redeziften]
REDEZIFTEN, onz. w., gelijkvl. Ik redeziftte, heb geredezift. Van rede en ziften. Iemands woorden, of reden, als met eene zeef afscheiden - al wat iemand zegt, woord voor woord, beoordeelen, en daarop aanmerkingen maken: gij doet niets dan redeziften. Van hier redezifter, redezifting.