[Ras]
RAS, z.n., o., van het ras; meerv. rassen. Zekere gemeene kleedingstof - zeker slag van sargie: haar geheel pak is van ras. Van hier het bijv. n., rassen, dat van ras gemaakt is. Zamenstell.: raswever, kroonras, enz.
Ras, hoogd. rasch, fr ras, sp. raso, ital. rascia, is dus genoemd naar Arras, waar men het weven van ras uitgevonden heeft.