[Onvoordacht]
ONVOORDACHT, bijv. n. en bijw., zonder trappen van vergrooting. Waarop men voorheen niet bedacht is geweest; iets anders dan onverdacht, die niet op zijn hoede is: en meer anderen. Voordachte en onvoordachte onkosten. Hooft. Van on en voordacht. Zoo ook: onvoordachtig, bij K. v. Mander.