Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 621] [p. 621] [Onuitleggelijk] ONUITLEGGELIJK, bijv. n. en bijw., zonder trappen van vergrooting. Dat niet uitgelegd, verklaard kan worden. Ook onuitlegbaar: eene onuitlegbaere verborgenheit. Herv. Zie lijk. Vorige Volgende