[Ontwerpen]
ONTWERPEN (oul. ook ontworpen), bedr. w., gelijkvl. Van het onscheidb. voorz. ont en werpen: ik ontworp, (ook ontwierp van ontworpen), heb ontworpen. Een ontwerp van iets maken, bewerpen: eene teekening - een bestek ontwerpen. Vredesvoorwaarden ontwerpen. De Hartoghin ontworp een nieuwe form van eedt. Hooft. (Zij) deedt een plakkaat ontwerpen. Hooft. Vlugtig, met der haast op het papier brengen: ik heb mijne gedachten eens ontworpen.
Dan, hoe komt het woord werpen, jacere, aan deze zeldzame beteekenis? Wachter beweerde, dat het, eertijds, ook aanvangen moest beteekend hebben. Waarschijnlijker zoude men kunnen denken aan het oude werf, werve, bij Kil. (waarvan nog driewerf, menigwerf enz.) eene bezigheid, werk, en werven, doen, verrigten, waarvan verwerven. Ontwerpen zoude dan zooveel zijn, als aanvangen met iets te verrigten. Men zoude, smaakte deze afleiding niet, dan ook in het oude werp, werpte, een scheerdraad, dat nog in de Bybelvert. voorkomt, een bekwaam beeld voor dit woord vinden; omdat ontwerpen dan, eigenlijk, zoude te kennen geven een stuk op het weefgetouw zetten; figuurlijk iets aanvangen te doen. Ondertusschen bleef nog de vraag, of ons woord naar het fr. projet, projetter, of het fr. naar het onze gevormd zij.